Alain Saint-Ogan, is vooral bekend om zijn creatie van de humoristische stripreeks Zig et Puce in 1925, die één van de belangrijkste inspiratiebronnen vormde voor Hergé, de maker van Kuifje.
Alain Saint-Ogan was de eerste Europese auteur die consequent tekstballonnen gebruikte in zijn strip Zig et Puce, voor het eerst verschenen in de Dimanche-Illustré, Paris, N° 114, 3.5.1925.
Parijs 1931, Alain Saint-Ogan kreeg bezoek van een jonge Belgische leerling die binnenkort deze meester zou inhalen. Philippe Goddin vertelde over de omstandigheden van deze beroemde ontmoeting (Hergé et Tintin reporters, ed. Du Lombard, 1986, p. 32.) < Vanaf het verschijnen van de Petit Vingtième, plaatste Hergé enkele humoristische tekeningen van Alain Saint-Ogan. In mei 1931, toen Kuifje nog slechts een plaatselijke beroemdheid was, en de laatste platen van 'Tintin au Congo' in België zouden verschijnen, was Hergé naar Parijs getrokken, ongetwijfeld voorzien van zijn eerste album (Tintin au pays des Soviets), om Saint-Ogan te ontmoeten en hem om advies te vragen. Gelukkig moedigde de maker van Zig et Puce die dag zijn jonge collega aan. Hij gaf hem zelfs een originele pagina - met de voorspellende titel “Gloire et Richesse” - en een vriendelijke toewijding: "A monsieur Herge Un confrère français Très amicalement Alain Saint-Ogan Paris mai 1931" Deze pagina komt niet voor in het Hachette-album (Zig et Puce à New York, 1930) maar alleen in de Dimanche-Illustré n° 363, 9.2. 1930 en Zig et Puce Volume 2, 1928.1931, Futuropolis, 1987. (Bron: Thierry Groensteen, L'art d'Alain Saint-Ogan, éd. Acte Sud-An2, 2007)
Andere strips van de hand van Alain Saint-Ogan zijn o.a.:
Les Aventures de Prosper 1933,
Monsieur Poche 1936,
Trac et Boum 1943.