Koning Hollewijn is een Nederlandse stripreeks, geschreven door onder andere Marten Toonder, die handelt over een wat filosofisch ingestelde beschouwende koning in een fictief land gemodelleerd naar het Nederland van de jaren vijftig en zestig, die vanuit zijn paleis Koudewater als bejaarde vorst zonder macht toch poogt inhoud en zin aan zijn leven te geven. Hij wordt hierin bijgestaan door zijn secretaresse, de wat vrijgevochten onconventionele jonge Wiebeline Wip.
De tekststrip (een opzet met drie plaatjes en daaronder een tekstgedeelte in dezelfde vormgeving als de andere stripreeksen van Toonder) verscheen van 20 maart 1954 tot 26 juni 1971 als dagelijkse strip in het dagblad De Telegraaf. Het dagblad kreeg na de Tweede Wereldoorlog een verschijningsverbod omdat de krant in de oorlog "fout" was geweest en onder controle van de Duitse bezetter had gestaan.
Toen de krant in 1947 weer mocht uitkomen was de strip die men daarvóór had, Tom Poes, inmiddels in andere kranten verschenen. De Telegraaf wilde van Toonder daarom een nieuwe stripreeks en dat werd in 1954 Koning Hollewijn.
De verhalen werden getekend in een semi-realistische inkttechniek geënt op de spotprenten die Marten Toonder tijdens en na de oorlog had vervaardigd. De eerste scenario's waren van hemzelf en zijn zoon Eiso. De setting was geen fantasiewereld, maar ontleend aan de Nederlandse actualiteit, die van een vorst die geen politieke bevoegdheden meer bezit of bestuurlijke taken uitvoert, maar enkel nog een symboolfunctie heeft.
Als kompaan en tegenpool kreeg hij een secretaresse, Wiebeline Wip, een vrijgevochten vlotte teenager, die hem toch tot activiteiten en daden bracht door hem te wijzen op misstanden en actuele gebeurtenissen zowel in binnen- als buitenland.
Zo werd de strip een milde satire op het Nederland van de jaren vijftig en zestig. De stripserie werd door Toonder uiteindelijk stopgezet, omdat de hoofdpersoon door zijn functie hem tal van beperkingen oplegde en lang niet zo interessant was in te vullen als de verhalen van Heer Bommel en Tom Poes. Ook was de serie commercieel minder interessant omdat de invulling zeer geënt was op Nederland waardoor er amper vraag was van buitenlandse kranten naar de verhalen van Koning Hollewijn.
Een aantal personages keert met enige regelmaat terug in de series of verschijnt in praktisch elk verhaal:
Magnus D. Daalder, een zakenman die overal een slaatje uit wil slaan en geld wil verdienen.
Minister-president Dreutel, duidelijk geënt op de toenmalige Nederlandse premier Willem Drees qua uiterlijk. Zit soms in de oppositie. Ook zijn vrouw, Mevrouw Dreutel, figureert.
Hofdetective Euvel, de politieman die aangesteld is om Hollewijn te behoeden voor problemen. Woont in Koudewater. Komt voor in de meeste verhalen. Zijn uiterlijk was dat van Dirk Huizinga, een van de auteurs van de Toonderstudio's.
Halbo Hoep, een jonge kunstenaar die met zijn creaties voor onrust zorgt omdat mensen er denken geld mee te kunnen verdienen of er door in de war worden gebracht.
Generaal Hoetentoeter, hoofd van het leger dat behalve hem enkel nog bestaat uit een enkele soldaat ("het Manschap") en een kazerne, legerkamp Horrelhoef.
Dr. Kerndrayer, wetenschapper die met zijn uitvindingen voor ontwikkelingen zorgt in de maatschappij maar die ook soms problemen veroorzaken.
Inspecteur Knerpslijper, hoofd van de politie.
Zwederik Loser, een anarchist.
Anna Mork en Coba Mork - twee spirituele heksachtige zusters die in diverse verhalen pogen om met behulp van magische voorwerpen personen en het verloop van gebeurtenissen te beïnvloeden.
Pieter Plichtpleger - de persoonlijk bediende en butler van Hollewijn.
Alexander en Troubelle Solouche - een jong crimineel stel.