Het scenario voor het eerste verhaal van 'Ringo', een westernverhaal dat zich in 1867 afspeelt, schreef hij in ’65 nog zelf, het volgende werd door Jacques Acar aangeleverd. Het zeer gedetailleerd tekenwerk van William Vance, waarschijnlijk opgedaan in de reclamewereld waar hij eerst werkte, komen hier toch al naar boven.
Daarna volgenden nog enkele kortverhalen van of Acar, Yves Duval of A.P. Duchâteau voor publicatie in de toen populaire Kuifje pocketboekjes. In ’78 volgde nog een derde verhaal, in feite een bundeling en herverwerking van de 5 kortverhalen van Duchâteau ter gelegenheid van het heruitbrengen van de serie in albumvorm.
Met deze serie werd er helaas gestopt wegens te grote concurrentie van andere westerntoppers, o.a. de Blueberry'' -reeksen van Charlier en Giraud en 'Jerry Spring' van Jijé.
Er ontstond ook een zekere verwarring daar er in dezelfde periode in het Nederlands stripblad Sjors ook een westernserie gepubliceerd werd met dezelfde naam 'Ringo'! Deze reeks werd gemaakt door de Chileense tekenaar Arturo Del Castillo en de Argentijnse schrijver Héctor Oesterheld. Deze laatste verdween op mysterieuze wijze tijdens de militaire junta aldaar.
En dan nog een leuke anekdote: in een interview gehouden in september 1974 onthulde Oesterheld dat de drummer van The Beatles erkend heeft zijn nick name puur uit bewondering ontleend te hebben aan de naar het Engels vertaalde naam die de originele reeks, “Randall, the killer”, kreeg. Ringo, dus!