Het was in 1957 dat Maréchal, op advies van zijn buurman en vriend Raymond Macherot, met zijn project onder zijn arm bij uitgeverij Lombard langs ging. Het is geen toeval dat hij met een ouder personage komt. Het viel hem op dat alle succesvolle personages van het weekblad Kuifje jonge mensen zijn, zelfs kinderen. Daarom stelde hij het absoluut tegenovergestelde voor; een oude dame genaamd Tante Zenobie (Prudence Petitpas) die zich als amateur detective ontpopt. Tante Zenobie verschijnt voor het eerst in gags van twee of drie pagina's. Het is pas na een paar jaar dat ze de heldin wordt van vervolgverhalen, waar albums van zullen worden uitgebracht. Een pad dat vergelijkbaar is met die van Pechvogel (Strapontin) of Signor Spaghetti, andere helden van het Weekblad Kuifje die tegelijkertijd verschenen.
Tante Zenobie woont in het kleine stadje Rozemarijn (Moucheron), een denkbeeldig dorp geïnspireerd op een authentieke omgeving: Sauveterre-de-Rouergue, gelegen tussen Albi en Rodez, in Zuid-Frankrijk, waar Maréchal vaak in de zomer een maand vakantie doorbrachtt. De heldin brengt daar het grootste deel van haar tijd door met het ontrafelen van allerlei detective-raadsels.
In 2000 werd de strip nog aangepast tot een animatie televisieserie, Les Enquêtes de Prudence Petitpas (52 x 26 minuten), uitgezonden op TF1 in Frankrijk en op Télé-Québec in Canada.
De reeks verscheen van 1957 tot 1967 in het Weekblad Kuifje en van 1984 tot 1987 in Weekblad de Robbedoes.
Voor Weekblad Kuifje:
1957
Prudence Petitpas, par Prudence Petitpas (scénario Maréchal, 1 pagina)
Zonder titel (scénario Maréchal, 1 pagina)
Zonder titel (scénario Maréchal, 1 pagina)
Tante Zenobie en het paard (Le Cheval) (scénario Goscinny, 3 pagina’s)
Tante Zenobie en Stanislas (Le Mou) (scénario Goscinny, 3 pagina’s)
Promenade apéritive (scénario Greg, 3 pagina’s)
Tante Zenobie en Generaal Boenboem (Le Général) (scénario Maréchal, 3 pagina’s)
Tante Zenobie speelt voetbal (Le Football) (scénario Maréchal, 3 pagina’s)
1958
Jojo (scénario Goscinny, 3 pagina’s)
Au musée (scénario Goscinny, 3 pagina’s)
L’Œuf de Pâques (scénario Goscinny, 3 pagina’s)
Le Locataire (scénario Goscinny, 3 pagina’s)
Au cirque (scénario Goscinny, 3 pagina’s)
Le Petit Coussin (scénario Goscinny, 3 pagina’s)
Tante Zenobie en de televisie (La Télévision) (scénario Goscinny, 3 pagina’s)
Tante Zenobie gaat kamperen (Le Camping) (scénario Goscinny, 3 pagina’s)
La Bibliothèque (scénario Goscinny, 2 pagina’s)
Zonder titel (scénario : Maréchal, 1 pagina’s)
Stanislas voyage (scénario Goscinny, 2 pagina’s)
Tante Zenobie plukt bloemen (Les Fleurs) (scénario Goscinny, 2 pagina’s)
Tante Zenobie en de papegaai (Le Perroquet) (scénario Goscinny, 2 pagina’s)
De kerstboom (L’Arbre de Noël) (scénario Goscinny, 2 pagina’s)
1959
Tante Zenobie speelt golf (Prudence Petitpas joue au golf) (scénario Goscinny, 2 pagina’s)
Qui a perdu son chat ? (scénario Goscinny, 2 pagina’s)
Prudence Petitpas prend le thé (scénario Maréchal, 2 pagina’s)
1960
Tante Zenobie leidt het onderzoek (Prudence Petitpas mène l’enquête) (scénario Maréchal, 30 pagina’s)
Kleine anekdote; wanneer Maréchal pagina 28 tekent, ontdekt hij dat hij nog maar 2 pagina's over heeft om het album te voltooien. Overtuigd dat er 36 pagina’s besteld waren, ziet hij zich genoodzaakt het album haastig af te ronden in 30 pagina's en dat levert veel dialoog op.
1962
Tante Zenobie en het geheim van de goudvisjes (Le Secret des poissons rouges) (scénario Greg, 30 pages)
1965
Tante Zenobie hanteert de deegrol (Le Zéro brillant) (scénario Greg, 30 pages)
En vacances (scénario Mittéï, 6 pages) Tintin - France 1965 nr 874
1966
Plaats voor veteranen (Gare aux ancêtres) (scénario Mittéï, 30 pages)
De spookwagens (Les Voitures fantômes) (scénario Mittéï, 30 pages)
Wapens voor Macao (Fusils pour Macao) (scénario Mittéï, 30 pages)
1967
Stanislas is verdwenen (Stanislas a disparu) (scénario Mittéï, 30 pages)
Gaspard (scénario Mittéï, 7 pages)
Voor Weekblad Robbedoes:
1984
Paniek in Rozemarijn (Panique à Moucheron) (scénario Mittéï, 7 pagina’s) Robbedoes nr 2406
De verdwijning in de herberg (L’Auberge du disparu) (scénario Didgé, 11 pagina’s) Robbedoes nr 2419
1985
L’Artiste et la Mécène (scénario Mittéï, 5 pagina’s) Robbedoes nr 2445
1986
De zaak Frick (L’Affaire Frick) (scénario Jiem 12 pagina’s) Robbedoes nr 2513
1987
Kattevoer (Stanislas a encore disparu) (scénario Maréchal, 9 pagina’s) Robbedoes nr 2570
Albums
Lombard Uitgeverij
1962
Tante Zenobie leidt het onderzoek, Collectie Jong Europa nr 16 ; Heruitgave, 1986
1966
Tante Zenobie en het geheim van de goudvisjes, Collectie Jong Europa
Bevat ook het verhaal: Tante Zenobie hanteert de deegrol
1967
Plaats voor veteranen. Bevat ook het verhaal: De spookwagens
1968
Wapens voor Macao. Bevat ook het verhaal: Stanislas is verdwenen
1987
Herdruk Tante Zenobie en het geheim van de goudvisjes (30 pagina’s)
2001
Les Classiques du rire, Le Lombard (Frans), Heruitgave albums 1, 2, 3 + Stanislas is verdwenen
2008
Prudence Petitpas mène l'enquête, Lombard Collection Millésimes (Frans) Heruitgave albums 1, 2, 3 (Zonder: De spookwagens)