Uitgeverij Westland zou een van de grootste en belangrijkste ondernemingen worden tijdens de bezetting. Haar geschiedenis begon eigenlijk al vrij kort na de installatie van het Reichskommissariat. Op last van rijkscommissaris Seyss-Inquart ontwikkelde 'Bereitschaftsführer der Ordensburgen der NSDAP' Werner Schwier een plan voor oprichting van de uitgeverij. Als hoofd van het Referat Internationale Organisationen was Schwier belast met de opheffing van alle vrijmetselaarsloges en aanverwante organisaties. Volgens Verordening nr. 33 van 6 juli 1940 werden de vermogens van deze instellingen (in Nederland waren er 429) door de Sicherheitsdienst in samenwerking met de Nederlandse politie in beslag genomen.
Als beheerder met opdracht tot liquidatie van de loges stelde Schwier de pro-Duitse mr. Joan Muller aan. Zijn advocaten praktijk was behoorlijk ingezakt, dus hij kon wel een extra opdracht gebruiken. Muller noteerde in zijn notitieboekje op 8 september 1940: 'Gepolst voor benoeming tot liquidateur-generaal van het vermogen der vrijmetselarij enz., ben sindsdien in groote spanning of en zoo ja, wanneer, ik deze mooie baan zal krijgen.' Op zijn beurt kreeg hij weer twaalf provinciale liquidateurs onder zich.