Wantsen zijn insecten uit de onderorde Heteroptera. Ze zijn verwant aan de cicaden, de bladluizen, de dopluizen en wolluizen. Ze hebben een steeksnuit, die gebruikt wordt om plantensappen te zuigen. De rovers gebruiken de steeksnuit om andere dieren uit te zuigen. Op het eerste gezicht lijken ze wat op kevers. Ze zijn vaak herkenbaar aan het driehoekige schildje tussen de vleugels. In tegenstelling tot kevers (en vlinders) hebben ze een onvolledige gedaanteverwisseling. Dat wil zeggen dat de jonge dieren er vrijwel hetzelfde uitzien als de volwassen dieren. Ze kunnen echter nog niet vliegen. De volwassen dieren gebruiken de vliezige achtervleugels om mee te vliegen. De verharde voorvleugels beschermen de achtervleugels.Ze zijn vaak onopvallend van kleur en daarom goed gecamoufleerd. Er zijn ook soorten met opvallende kleuren, vaak om de oneetbaarheid te benadrukken. Veel soorten wantsen hebben stinkklieren. Er zijn ongeveer 40.000 soorten, waarvan er ruim 600 in Nederland voorkomen. Een aantal daarvan leeft in of op het water, zoals het bootsmannetje, de staafwants, de waterschorpioen en de schaatsenrijders. De laatste is minder populair dan de menselijke vorm. Wantsen worden dan ook niet veel op postzegels afgebeeld.